Facebooktwitterlinkedin

“Be the change that you wish to see”

In de reeks PIT gevers maken we kennis met toezichthouders die in onze ogen PIT en energie hebben én geven aan anderen.
De interviewer geeft het ‘stokje’ door aan een volgende PITgever zodat er een estafette ontstaat met inspirerende positieve voorbeelden. Dit is het zeventiende estafette-interview.

PIT gever Jenny ElissenJenny Elissen ken ik uit de jaren ’90, toen zij CEO van reclamebureau TBWA was en ik managing partner van SCAN, een bureau voor merkstrategie en bureauselecties,  Toen al vond ik het een inspirerend mens, met een stevig en sprankelend geluid tussen de veelal mannelijke bureaudirecteuren. Tijdens mijn bureaubezoeken merkte ik ook dat we een holistische visie op merken deelden – beiden zagen we het liefst dat de merkpositionering richting geeft aan alles wat je doet als organisatie, en niet alleen aan je campagnes. Voor Jenny was dit uiteindelijk de reden om voor een andere rol te kiezen.

We zijn elkaar een beetje uit het oog verloren toen we allebei bij onze bureaus vertrokken begin 2000, maar niet lang daarna kwam ik een bekende bij Plan tegen die zei: ‘We hebben nu zo’n leuk nieuw RvT lid!’ en dat was Jenny. Weer iets later las ik haar boek Perfect World Principle en werd ik nieuwsgierig hoe je die principes ook op toezicht kunt toepassen. Hoogste tijd om weer eens bij te praten dus.

lmpact staat centraal

Het lijkt nog niet zo lang geleden dat we elkaar spraken, maar ongemerkt zijn er toch weer een aantal jaar voorbijgegaan. Vertel, wat doe je nu?
“Alles wat ik doe laat zich samenvatten in 3 begrippen: ondernemen, investeren en besturen. In 2011 heb ik samen met David Smith Perfect World Principle geschreven, een boek dat een strategisch proces beschrijft waarin 2 principes voor mij de kern zijn:
1. Hoe maken we betere ontwerpen voor de lange termijn – zodat we daarmee een betere wereld voor mensen creëren?
2. Dit gaan we nooit realiseren als we alleen in ons hoofd blijven zitten, ik wilde graag eenvoudige tools bieden om uit het hoofd naar je hart te gaan.
Een deel van mijn werk bestaat uit dit soort opdrachten, zoals het ontwerpen van oplossingen voor de wachtrijen van Schiphol, een nieuwe organisatie van de GGZ en het vormgeven van de strategie voor Gulpener.
Daarnaast gebruik ik het Perfect World Principle voor het zelf vormgeven van nieuwe bedrijven die bijdragen aan een betere wereld, zoals bijvoorbeeld Zelfstroom dat zonnepanelen via een leaseconstructie toegankelijk maakt voor iedereen. In dergelijk bedrijven investeer ik ook als impact investor.
En tot slot ben ik actief als bestuurder en toezichthouder, op dit moment bijvoorbeeld bij Bunq, Justdiggit en Asilia Africa, De rode draad voor mij is dat ik er naar streef dat alles wat ik doe impact heeft, bijdraagt aan een betere wereld. Ik ben bijvoorbeeld met veel plezier commissaris bij de Bunq, waar oprichter Ali Niknam en zijn groep van enthousiaste coders echt de wereld willen veranderen. Zonder hen had de bankwereld van vandaag er heel anders uit gezien.”

Vormgeven van het ideale toezicht

Bij het PerfectWorld Principle ga je uit van de gewenste toekomst, hoe kun je dit principe op toezicht toepassen?
“Het is lastig om daar in zijn algemeenheid iets over te zeggen, het ideale toezicht verschilt per organisatie. Ik zou graag zien dat de Raad hier tijdens de zelfevaluatie tijd voor maakt, en niet alleen zichzelf evalueert ten opzichte van de bestaande situatie maar ook in relatie tot de gewenste toekomst. Hoe ziet het ideaalplaatje vanuit de toekomst er uit en welke consequentie heeft dat voor verbeteringen vandaag?
Grofweg zie ik twee manieren van kijken in toezicht, degenen die zichzelf meer als ‘watchdog’ zien en degenen met een creatievere visie op toezicht.
Om met die eerste groep te beginnen, die zou ik over het algemeen meer aandacht voor ICT toewensen. Er zit in de huidige raden nog maar weinig kennis over de rol die ICT speelt in transformatie, en we moeten met zijn allen nog uitvinden hoe daar toezicht op te houden. Op dit moment wordt ICT vaak nog vooral beoordeeld vanuit risicobeheersing en de interne organisatie en niet vanuit het klantperspectief. We moeten de stem van de klant in relatie met ICT nadrukkelijker inbrengen in de Raad. Dat laatste is mijn rol bij Bunq. Een ander belangrijk thema is transparantie. Niet meer eens in de 1,5 maand stukken naar de RvC, maar een RvC die continu toegang heeft tot een eigen dashboard en zelf-organiserend is, altijd eigen vragen kan stellen. Echt open source, bij Bunq hebben we bijvoorbeeld op elk moment toegang tot alle informatie en kunnen we altijd met iedereen komen praten zonder dat dit met het bestuur hoeft te worden afgestemd.”

Creativiteit en toezicht

En die creatievere visie op toezicht, wat houdt dat in?
“Voor mij betekent dat onderdeel zijn van het ecosysteem, en als toezichthouder kun je een nieuwe dynamiek in het systeem brengen. Natuurlijk blijft ‘toezicht houden’ een belangrijk onderdeel, maar je kunt dat deel ook zien als een verplicht corvee. Het hele systeem wordt er beter van als het wordt uitgedaagd, als het meer naar de toekomst wordt geïnspireerd. De toezichthoudende rol verandert dan in een dilemma-agenda, het balanceren tussen risico’s managen en kansen benutten.
Voor mij persoonlijk zijn dergelijke transformerende raden het meest inspirerend, en zelfs een voorwaarde om toe te treden, maar het is niet voor elke organisatie het ideale model. Soms staat goed op de winkel passen centraal, en speelt transformeren een ondergeschikte rol.”

De creatieve commissaris

Speelt je eigen creativiteit ook een rol? Stel je je daardoor anders op? Je gaf bijvoorbeeld aan dat mensen uit hun hoofd moeten, hoe doe je dat in een RvC?
“Ik denk zeker dat dit een hele belangrijke rol speelt. Ik praat graag in beelden, waarbij ik de beweging van denkbeelden naar gevoelsbeelden maak. Dat doe ik door vragen te stellen als ‘Waar worden we gelukkig van?’ of ‘Waar gaat deze organisatie met hart en ziel voor?’. Maar bijvoorbeeld ook zorgen voor diversiteit zie ik als een ‘act of creation’, je proactief opstellen ipv meer reactief zoals gebruikelijk, te denken in mogelijkheden, de invloed van buiten naar binnen te halen, na te denken over hoe bestaande processen anders kunnen, meer aandacht voor communicatie etc. etc. Wat ik daarbij heel belangrijk vind is als commissaris is dat je uitgaat van het positieve, geen vragen stelt om gaten te schieten, maar gebruik maken van de technieken en vragen van het ‘waarderend onderzoeken’ (positive inquiry).”

Diversiteit als creatieve handeling

Diversiteit als ‘act of creation’ – dat klinkt fascinerend. Hoe zie je dat?
“Het cureren van het juiste team is ook een ontwerpuitdaging. Ik ben blij dat we van een gemiddelde termijn van 12 jaar nu terug zijn naar 2×4 jaar, maar eigenlijk is dat nog vaak te lang. En er is geen traditie van het ter discussie stellen of je nog wel de juiste man of vrouw op de juiste plek bent. Markten en bedrijven versnellen, het kan goed zijn dat je na 2 jaar al geen toegevoegde waarde meer hebt als commissaris, ook omdat specifieke vraagstukken als een beursgang of change traject om specifieke expertise vragen. Bij Bunq zijn we nu bezig met het ontwikkelen van een model met een harde kern die sterk op regelgeving zit, en een flexibele schil daaromheen die ook sneller kan wisselen. De verantwoordelijkheid voor de ‘human software’ zie ik als een kerntaak van de RvC, ook voor hun eigen samenstelling. Dat kan vaak veel beter, we hebben meer andersdenkenden nodig. Ik was nooit een voorstander van quota, maar nu wel want die andere samenstelling moet geforceerd worden. Niet alleen divers qua man/vrouw verhoudingen trouwens, het gaat om mensen met andere denkbeelden en andere achtergronden dan de groep die nu overheerst.”

Net als in de film…

We kunnen nog uren doorpraten, en zullen dat op een volgend moment vast ook nog doen. Op de valreep refereert Jenny namelijk nog aan een interessant onderzoek van Yale University: de film Selma heeft grote invloed gehad op het feit dat Obama als president is gekozen. “Er zijn dus echt films die de wereld kunnen verbeteren. Voor mij was dit de aanleiding om te investeren in Cinemien en het te transformeren naar een impact cinema bedrijf, vrouwen hebben een ander verhaal te vertellen.” Een mooi onderwerp voor een volgend gesprek!

Fennemiek Gommer helpt organisaties vanuit Caracta future directions bij het verkennen en vormgeven van hun toekomst, daarnaast is zij toezichthouder en PIT partner. Zij draagt het stokje over aan Ilse Vegter.

Facebooktwitterlinkedin