PIT-gever 6: Margreet Oostenbrink, door Ingeborg ter Laak
In de reeks PIT-gevers maken we kennis met toezichthouders die in onze ogen PIT en energie hebben én geven aan anderen.
Het ‘stokje’ geeft de interviewer door aan een volgende PIT-gever zodat er een estafette ontstaat met inspirerende positieve voorbeelden. Dit is alweer het zesde estafette-interview.
Heb jij ook iemand die jouw PIT-gever is? Laat het ons weten en misschien zetten we hem/haar al snel in de schijnwerpers!
Wie is Margreet Oostenbrink?
Margreet Oostenbrink is sinds augustus 2012 toezichthouder bij CODA. CODA staat voor Cultuur Onder Dak Apeldoorn. Het is een culturele instelling met een archief, bibliotheek en museum. Vanaf de oprichting is Margreet Oostenbrink partner bij PIT.
In het dagelijks leven is Margreet directeur pensionbeheer bij Achmea, een stevige positie waarbij ze leiding geeft aan een groot aantal mensen (ca 700) en inhoudelijk voldoende uitdaging heeft door de veranderingen in ons pensioenstelsel. Ze heeft carrière gemaakt binnen de Rabobank bij de lokale banken en vooral binnen de IT.
Toen ik het stokje overgedragen kreeg voor het PIT-gevers interview door Ellen Olde Bijvank dacht ik direct aan Margreet. We hebben elkaar ontmoet op één van de eerste PIT bijeenkomsten. Anderen bevragen mij vaak of ik niet te veel doe. Zij vertelde me over haar verantwoordelijke baan, haar toezichthoudende rol en haar plezier en verantwoordelijkheden als (alleenstaande) moeder van drie pubers. Een herkenbaar profiel voor mij. Ik weet nog dat ik dacht: als zij het doet, dan vast nog veel meer mensen.
Interview Margreet Oostenbrink, door Ingeborg ter Laak
Wat bewoog je om toezichthouder te worden? Werd je wakker en dacht je: ik wil toezichthouder worden? Vertel eens hoe is dat gegaan?
Lachend: bijna wel. Het was er eigenlijk wel in één keer. Er was een moment dat ik dacht dat ik in between jobs zou komen te zitten. Een periode waarin ik bezig was met goed uitzoeken wat ik interessant vind, wat ik wil inbrengen en wat ik wil leren. Op dat moment werkte ik al bij Achmea en deed al meer bestuurlijk werk, daar was ik langzamerhand vanuit de managementbanen in gegroeid.
Ik had een leuk gesprek met iemand die commissaris is bij zowel de Rabobank als Achmea. Hij vertelde over zijn werk en ik proefde een en al betrokkenheid. En dat boeide mij; terwijl hij toch op afstand staat, was hij wel heel betrokken bij beide organisaties. Het was mooi om te horen hoe hij vanuit zijn ervaring zijn inbreng kon hebben als non-executive. In mijn werk was ik doorgegroeid naar leidinggevende posities met steeds grotere groepen medewerkers onder mijn verantwoordelijkheid. Voor mij was daarbij ook steeds van belang hoe ik juist mijn betrokkenheid vorm kon blijven geven, ook als je verderaf komt te staan. Door het gesprek had ik zoiets van: deze rol wil ik ook. Dan wel op een plek buiten de financiële dienstverlening, en dan wel een plek waar ik mijn ervaring van de financiële wereld kan inbrengen en de cultuur van een andere sector kan opsnuiven.
Niet lang na het gesprek zag ik in de regionale krant een advertentie staan als toezichthouder bij CODA. Ik hoefde niet lang na te denken: ik heb gereageerd en toen ging het heel snel.
En? Toen werd je benoemd. Heeft het gebracht wat je ervan verwachtte? Kan je je betrokkenheid met afstand invullen en kan je de andere cultuur ‘opzuigen’?
Het eerste jaar was het, zoals vaak, wel zoeken. Ik ben nauw betrokken bij de directeur/bestuurder vanuit de remuneratiecommissie en dat vind ik eigenlijk wel het leukste portfolio. Met die werkgevers- en adviesrol heb ik ook de meeste ervaring. Zo heb ik mij overigens niet gepresenteerd en daarop ben ik ook niet specifiek geselecteerd. Ik ben binnengehaald juist om mijn ervaring in de IT en de digitalisering. Maar de digitalisering, vind ik, is ook veel meer een verandering van de houding van medewerkers en andere werkwijzen. Medewerkers maken het verschil, zeker als zij ook de digitalisering omarmen kan het publiek de bibliotheek, het archief en het museum anders en breder gaan ervaren. Het gaat feitelijk om strategievorming en wezenlijke verandering van je bedrijf.
Weer even terug: je zei daar heb ik ook de meeste ervaring. Wat bedoel je?
In mijn dagelijks leven ben ik directeur, voor mijn medewerkers ben ik hun werkgever. Daarnaast ben ik ook coach. En ik heb vanuit mijn rollen ruime ervaring met strategie en verandertrajecten. De werkgevers- en adviseursrollen passen mij dus goed. In mijn werk breng ik veranderingen in de organisatie tot stand. Ik begrijp de uitdaging van de directeur/bestuurder van CODA. Ik doe het wel vanuit een andere context, met een nadrukkelijk bedrijfsmatige insteek.
Je zei als eerste: het eerste jaar was wel echt zoeken. Hoe heb je gezocht?
Veel luisteren! En ook lezen. Je collega’s leren kennen. Mijn idee was: ik kom in een team. Dat was het nog niet. Wij, de Raad van Toezicht, moesten zelf werken om op een effectieve manier samen te werken. Wij hebben allemaal een verschillende achtergrond en verschillende denkbeelden, wij waren niet vanzelfsprekend een team. Natuurlijk is er dan ook verschil over de opvatting van onze rol, wat doe je wel en wat laat je liggen. Natuurlijk heb je verantwoordelijkheid, dat is nog iets anders als verantwoordelijk zijn. Natuurlijk wil je weten wat er speelt en ‘grip’ krijgen, maar in deze tijd past dat niet in een paternalistisch aanpak. Wat is advies? Hoe breng je keuzes in? En hoe doe je dat naar de bestuurder van de organisatie? Hoeveel ruimte is er voor de directeur/bestuurder? Op basis van gelijkwaardigheid en vanuit ieders verantwoordelijkheid groeien we professioneel als Raad van Toezicht, daarmee ook een veel meer volwassen arbeidsverhouding realiserend met de directeur/bestuurder.
Wat is jouw wijze les?
Ik ben voor transparantie, toch zijn besprekingen als RvT onderling ook nodig. Verschil van mening moet de ruimte krijgen, zeker onderling, maar is niet altijd effectief in een vergadering met de bestuurder. Als RvT hebben we ook ontmoetingen met elkaar, soms ook met een externe specialist erbij en de zelfevaluatie doen we ook heel consequent. Dit gezamenlijk investeren in de Raad van Toezicht is de moeite waard, in het bedrijfsleven starten we ook op met een nieuw team, dus doe dat hier zeker ook. Een andere wijze les is dus: investeer in kennismaken. Bij een nieuwe baan doe je dat eigenlijk altijd: eerst een aantal kennismakingsgesprekken en als team onderling. Bij deze rol was ,voor ik er erg in had, al maanden verder.
Wat was het spannendste moment als toezichthouder? Heb je weleens buikpijn gehad? En vooral hoe ben je ermee omgegaan?
Als RvT het niet goed doet, dan kan je het ook niet goed doen voor de bestuurder en dat moet. Het vraagt aandacht en lef om de bestuurder positief kritisch te benaderen. Maar elkaar positief kritisch bevragen vergt een ander soort lef. Het normen en stormen hoort erbij. Dat is altijd een spannend moment en toch weet je dat als je dat punt raakt dan ben je waar het om gaat. Van daaruit kun je vormen en bouwen in gezamenlijkheid.
Het is investeren en het is wel heel mooi werk. Ik ben ook echt trots als ik door de prachtige bibliotheek, het archief en het museum loop. Daar zit uiteindelijk ook de wederzijdse binding tussen mij en mijn collega’s en de mensen van CODA: de trots op wat CODA is.
Hoe heb jij je ontwikkeld als toezichthouder?
Mijn commitment is echt gegroeid, met behoud van de noodzakelijke afstand. Het is een interessante organisatie met strategisch boeiende keuzes. Van een organisatie drijvend op subsidies, naar een die ook op zoek gaat naar andere bedrijfsmodellen. De groei als team geeft ook groei als individu, dan kun je ook meer leidend zijn. Zo is af en toe de voorzitter vervangen gewoon leuk om te doen.
Het zijn van toezichthouder of commissaris is echt een apart vakgebied. Het is niet iets wat ik leer in mijn dagelijkse werk. Ik kan veel van mijn werkervaringen gebruiken en dat spiegelen. Daar ben ik professional en dat wil ik ook zijn als toezichthouder dus ik volg trainingen en ook daarom ben ik partner van PIT. Ik vind het een mooi vak, wat zich ook nog ontwikkelt en ik wil graag nog een toezichthoudende rol gaan invullen naast deze. Ik zie dat het hebben van meerdere toezichthoudende posities ook weer op een andere manier je eigen leerproces versnelt en je zo kennis en inzichten goed kunt delen op verschillende plekken.
Dank je wel voor dit mooie gesprek. Margreet bedankt mij voor dit moment van reflectie. En ik wens haar veel succes met het ‘om haar heen kijken’ naar een andere toezichthouders plek. Wie weet wat op haar pad komt.
Oktober 2014. Margreet Oostenbrink is de PIT gever van Ingeborg ter Laak.