Facebooktwitterlinkedin

PIT biedt ruimte aan kennisuitwisseling, ontmoeting en best practices:
“van schandpaal naar schitterpodium”.
Om deze positieve inspiratiebron vorm te geven starten wij met een reeks interviews met “PIT-gevers”; toezichthouders die in onze ogen PIT en energie hebben én geven aan anderen.
Het ‘stokje’  geeft de interviewer door aan een volgende PIT-gever zodat er een estafette ontstaat met inspirerende positieve voorbeelden.

Heb jij ook iemand die jouw PIT-gever is? Laat het ons weten en, wie weet, wordt die de volgende in de estafette.

Mijn PIT-gever: Huub Jansen voorzitter RvT Scholengemeenschap voor Vrijeschool Onderwijs
door Martijn de Loor, lid RvT SGVVS

Vandaag sprak ik met Huub Jansen. Hij is voorzitter van de Raad van Toezicht van de SGVVS, een scholengemeenschap van drie VO Vrije Scholen in Nijmegen, Zeist en Eindhoven onder een bestuur.  Huub is in het dagelijks leven directeur van de Landelijke Vereniging van  Wereldwinkels.

Inmiddels is Huub vijf jaar lid van de RvT waarvan een jaar voorzitter.  Het is zijn laatste termijn als RvT-lid.  Zijn dochter zat op  op de Vrije School Zeist.  Teneinde een ‘zielsverbinding’ met de scholen te bevorderen moeten zeker 3 RvT leden kinderen op een van drie scholen hebben of hebben gehad.   Daarmee is er een spanning met de onafhankelijkheid van de leden, maar dat heeft de voorkeur boven een (te) afstandelijk toezicht.

Om verschillende redenen heb ik Huub om een gesprek als PIT-gever gevraagd.  Ik ken hem als voorzitter van raad waar ik zelf ook lid van ben.  Zijn optreden in die rol heeft mijn bewondering gewekt, in het bijzonder in de manier waarop hij – in mijn ogen – de brug weet te slaan tussen schoolbelang, bestuur en toezicht, zonder daarbij zelf nadrukkelijk op de voorgrond te treden. Hij acteert met een overtuigd hart voor en kritische attitude jegens het vrije schoolonderwijs.  In zijn liefde voor de vrije school, heb ik hem leren kennen als nuchter en zakelijk en allerminst dogmatisch, wat in vrije schoolkringen gemakkelijk werd en wordt aangetroffen. Behoudens de eerder genoemde binding van leden van de RvT met de scholen, worden aan de leden geen  antroposofische ‘getuigenis’ gevraagd en is de bestuursvorm niet ‘Steineriaans’ vormgegeven, als zoiets al bestaat.

Door Huub te vragen realiseerde ik mij tevens dat mijn voorkeur voor hem als een nabij persoon mij parten speelde.  Hij is immers net als ik vrije schoolvader, streeft ernaar goed VS-onderwijs in de wereld te zetten en heeft net als ik (hopelijk binnenkort) een dochter op de toneelschool.  Met de Engels uitdrukking familiarity breeds liking, projecteer ik dus gemakkelijk het goede ook op hem: “zo een aardige man moet het gedachtegoed van PIT vast ook aanspreken”.  Dat is maar de vraag en in die zin was het interview ook een toets van mijn eigen overtuiging.

Verder laat ik Huub graag zelf aan het woord.  Hij spreekt snel en gedreven als het over de vrije school en de functie van de RvT gaat:

“Ik vind de vrije school fantastisch, ook al heb ik kritiek.  Wat me aanspreekt is het antroposofisch mensbeeld en de gerichtheid van het onderwijs op de ontwikkelingsfasen van de kinderen, zodat hun eigenheid en talenten ontwikkeld worden.
Ik kies voor deze toezichtsfunctie omdat ik wat te bieden heb. Ik weet aardig hoe de samenleving zich ontwikkelt en ben breed geïnteresseerd, economisch en sociaal-cultureel. Ik vind dat ik dat nodig heb in deze functie: je moet de wereld in beeld hebben.“

“Als de vrije school kritisch wordt benaderd, wordt ze defensief. Terwijl ze zoveel goud in handen heeft als het gaat om het wereldbeeld, de menselijke ontwikkeling en het waardenbeeld over de rol van de mens in de wereld en zijn ‘hele’ ontwikkeling.  Mijn enthousiasme helpt me om me niet ook defensief op te stellen. Mijn kennis van merkenmanagement gebruik ik voor de juiste propositie van de scholen: in plaats van denken in instroomaantallen, denk ik dat de school zich de vraag mag stellen: ‘wat willen wij in de wereld zetten en voor wie zijn wij er?’”

“Een belangrijke aanleiding om in de RvT zitting te nemen, was dat er in mijn ogen iets schortte aan de kwaliteitsbewaking. Dat begon ermee dat mijn dochter door lesuitval structureel te weinig Duits kreeg.  De school was steeds bezig om het op te lossen, maar met de uiteindelijke oplossing kon het niet meer worden ingehaald.  Er bleek geen norm te zijn voor de lesuitval.  Later in de RvT heb ik me daarom sterk gemaakt een echte kwaliteitscyclus te ontwikkelen. Ten behoeve van het bewaken van het primaire proces en de onderwijskwaliteit.  Je moet als school een goed aanbod hebben aan de samenleving en vervolgens je missie en visie hard kunnen maken.”

“Als directeur van een buurthuis in Rotterdam vond ik dat je de vraag moest durven stellen: ‘hoeveel het kost om onze opgave waar te maken, hoe effectief zijn we daarin en hebben we dat ervoor over?’ Ik vind het boeiend om zaken op scherp te zetten.  In de jaren 80 van de vorige eeuw was het not done om die vraag te stellen.”

“Met mijn eigen mening worstel is ik wel, die heb ik namelijk gemakkelijk. Als tegenwicht probeer steeds in verwondering te kijken waarom de dingen zijn, zoals ze zijn. Dat heeft ook te maken met respect voor een bepaalde gegroeide orde.  Het gaat mij er niet om dat we zo snel mogelijk allerlei veranderingen in de school bewerkstelligen omdat wij dat als RvT belangrijk vinden.  Voor ons moet steeds de vraag zijn: ‘draagt hetgeen wij doen als toezichthouder bij aan de missie en visie van de school?’  Naar mijn overtuiging is onze rol hier de binnen- en de buitenwereld van de school met elkaar te verbinden. Daarmee helpen we de bestuurder verder invulling te geven aan zijn taak en rol.”

“Zo zijn wij dan ook met de kwaliteitscyclus aan de gang gegaan. Die bracht veel werk met zich mee voor de school en is langzaamaan ontwikkeld.  Van ons vroeg het volharden, maar niet verharden.  Je komt dan namelijk onmiddellijk voor de vraag te staan of wij wel voldoende afstand houden.
Hetzelfde geldt voor  de lange termijn visie op de toekomst van de school, die er eigenlijk niet was en als zodanig ook niet werd beleefd.  Of het voeren van een kritisch beoordelingsgesprek met de bestuurder, wat heel ongebruikelijk was.”

“Nu ik voorzitter ben, merk ik dat mijn rol in de raad is veranderd.  Agendeerde ik voorheen kwesties die ik zelf van belang vond, nu probeer ik de agenda te maken op basis van de vraagstukken die voor mijn collega RvT-leden van belang zijn.  De Raad is samengesteld met deskundige leden, ik wil niet teveel inkaderen, want dan komen de verschillende invalshoeken niet tot uiting en wordt de gezamenlijke expertise onvoldoende benut.  Zelf ben ik bijvoorbeeld geen onderwijsman, waardoor ik open-makende vragen kan stellen.  Dat vind ik belangrijk om van een gegroeid patroon te kunnen loskomen.”

“Mijn drive om in deze raad zitting te nemen is de zielsverwantschap die ik voel met het vrijeschoolonderwijs en wat dat in de wereld te brengen heeft.  Wat ik van deze raad echt bezwaarlijk vind is dat we tegenwoordig alleen maar met mannen zijn, blank en bijna allemaal 50+. Het lukt ons helaas nog niet daar verandering in te brengen.”

PIT-criteria

In hoeverre was Huub nu de PIT-gever die ik in hem vermoedde?  Ik denk dat ik de volgende kenmerken van toezicht met PIT wel op Huub mag projecteren:

Van Waardes meten naar Waarden waarderen – In het bijzonder met het inrichten van de kwaliteitscyclus heeft hij de voor de Vrije school ongebruikelijk ‘omgekeerde weg’ afgelegd.  Vanuit de vanzelfsprekende waardering voor de waarden, heeft hij aangespoord een systeem te ontwikkelen om die waarden ook in waardes meetbaar te maken.

Van Afvinken naar Aanvonken – Uiteraard houdt hij in formele zin toezicht voor- en achteraf.  Maar de essentie zit in zijn zoeken naar de verbinding van het toezichts- en toetsingskader met de identiteit van de school; vanuit bezieling het vrije school-vuur brandend houden.

Volharden zonder te Verharden – Huub blijft de ontwikkeling van de organisatie agenderen, maar respecteert het tempo waarin de school die ontwikkeling kan absorberen.

Bilthoven, 22 januari 2014

Facebooktwitterlinkedin