Facebooktwitterlinkedin

In de reeks PIT-gevers maken we kennis met toezichthouders die in onze ogen PIT en energie hebben én geven aan anderen.
Het ‘stokje’ geeft de interviewer door aan een volgende PIT-gever zodat er een estafette ontstaat met inspirerende positieve voorbeelden. Dit is alweer het zevende estafette-interview.
Heb jij ook iemand die jouw PIT-gever is? Laat het ons weten en misschien zetten we hem/haar al snel in de schijnwerpers!

Portret Herman Weggen

Wie is Herman Weggen?

Herman Weggen was tot 2013 bestuurder bij Avoord Zorg en Wonen, een zorginstelling met diverse locaties in West-Brabant. Vanaf 2011 is Herman toezichthouder in verschillende sectoren: onderwijs, volkshuisvesting en zorg. Daarnaast werkt hij als zelfstandig adviseur o.a. van een ziekenhuis in Oeganda. Herman is voorzitter van de Raad van Toezicht van woonstichting Volksbelang Made, waar ik ook lid van ben. Ik heb hem gevraagd als mijn PIT-gever, omdat ik vind dat hij die voorzittersrol goed invult en ik veel van hem leer. Wat mij in hem aanspreekt is dat hij veranderingen tot stand brengt in harmonie en via de geleidelijke weg “niet via revolutie, maar via evolutie”. Daarnaast ben ik benieuwd hoe hij als “old boy” aankijkt tegen de ontwikkelingen in het toezicht.

Interview Herman Weggen, door Leny Braks

Hoe ben jij aan je toezichthoudende functies gekomen?
Dat is allemaal via open werving gegaan. Waarbij het wel is voorgekomen dat ik nadrukkelijk ben gevraagd om te solliciteren.

Hoe is het om verschillende sectoren toezicht te houden, onderwijs, volkshuisvesting, zorg?
Die verschillen zijn groter dan ik had verwacht. Er zijn cultuurverschillen tussen de verschillende instellingen in een sector, maar er zijn ook grote cultuurverschillen tussen de verschillende sectoren. Zo ben ik een aantal jaren lid geweest van een RvT van een instelling voor voortgezet onderwijs. Gaandeweg bleek dat er een verschil bestond tussen mijn rol- en taakopvatting en die van de bestuurder en de overige RvT-leden. Ik vond dat de relevante onderwerpen daar niet op tafel kwamen en dat te lichtzinnig werd omgegaan met de problemen waar deze instelling mee kampte. Naar mijn mening werd onvoldoende verantwoordelijkheid genomen door zowel bestuurder als RvT en dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik me heb teruggetrokken uit deze Raad. Ik vraag mij af of het ook te maken heeft met de cultuur in de onderwijssector.

Je bent toezichthouder bij vier verschillende organisaties, waarvan je bij drie de rol van voorzitter hebt. Hoe kijk jij aan tegen de rol van voorzitter?
Daarin zie ik niet veel verschil tussen de verschillende sectoren. Wat mij betreft heeft de voorzitter vooral een bindende rol, en is hij de schakel tussen bestuurder en Raad. Ook heeft de voorzitter veel invloed op de agenda van de vergadering. De voorzitter is bepalend voor de sfeer: wordt in harmonie overlegd of worden de degens gekruist. Zelf ben ik mijn functies altijd gestart met een open gesprek met de bestuurder om de wederzijdse rolverwachting met elkaar te delen. Hoe kijken we aan tegen de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Natuurlijk is er in de praktijk een grijs gebied en dat verken je samen. Maar dan zijn in ieder geval de uitgangspunten helder. Ik kies ervoor om met wederzijds respect met elkaar om te gaan. Natuurlijk mag een discussie scherp zijn en moet je als Raad tegendruk geven. Maar daarvoor is het niet altijd nodig de confrontatie te gaan.
Het verbaast me dat er tegenwoordig zo vaak afscheid wordt genomen van bestuurders als gevolg van een conflictsituatie. Ik denk dat er dan in het traject ervoor iets is blijven liggen. Het is een proces waar je samen in zit en waarbij je samen verkent wat er moet gebeuren. Soms vind ik het een te lichtzinnig genomen maatregel om afscheid van elkaar te nemen. Een organisatie heeft behoefte aan consistentie en continuïteit. Vooral bij arbeidsintensieve sectoren als de zorg is de impact van zo’n maatregel groot en zullen medewerkers en cliënten hier last van hebben. De energie gaat dan zitten in de interne discussies en dit zal ten koste gaan van de kwaliteit van de uitvoering.

Je hebt het Programma voor Commissarissen en Toezichthouders van de Erasmus Universiteit Rotterdam gevolgd. Wat heeft dit je opgeleverd?
Voor mij was dit heel waardevol. Het was een groep met een hoog niveau: iedereen was al toezichthouder en afkomstig uit een heel breed veld: maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, familiebedrijven. Ik heb er nieuwe kennis en inzichten door opgedaan. Iedere deelnemer moest een casus inbrengen, ik had de verbinding die Volksbelang met een andere corporatie was aangegaan ingebracht. Ik kon deze casus zo goed uitdiepen en kreeg de risico’s scherper. Wat mij betreft is dit programma een aanrader voor iedereen die zijn rol als toezichthouder verder wil uitdiepen.

Hoe kijk je naar de ontwikkelingen in het toezicht de afgelopen jaren?
Het is nog niet zo lang geleden dat een RvC/RvT bestond uit het stereotype beeld van de sigaren rokende heren die bij een etentje wat zaten te keuvelen over het reilen en zeilen van de organisatie. Dat beeld is echt achterhaald. Zo is het tegenwoordig onbestaanbaar dat in een Raad niemand zit met kennis en ervaring met het werkveld van de organisatie. Zonder deze kennis blijven discussies aan de oppervlakte en wordt niet de diepte ingegaan. Verder zie ik dat raden meer divers zijn samengesteld. In veel profielen staat dat iemand nodig is met voldoende kennis en (bestuurlijke) ervaring. Als je die profielen letterlijk neemt kom je vaak uit bij een oude rot in het vak met een leeftijd van boven de 60. Ik denk dat die bestuurlijke en levenservaring in een raad altijd nodig is, maar dat niet alle leden die hoeven te hebben. Gelukkig zie ik tegenwoordig meer diversiteit waarbij ook jonge en frisse toezichthouders worden geworven die weer nieuwe inzichten en competenties inbrengen.
Wat mij betreft is ook niet iedereen geschikt voor deze rol. Je moet beschikken over goede gespreksvaardigheden en ruimte kunnen geven. Vooringenomenheid en zelfingenomenheid zijn eigenschappen die hier niet bij passen.
Een heel goede ontwikkeling vind ik dat toezichthouders zich steeds meer bezighouden met de context waarin de organisatie opereert. Vroeger hadden zij vooral contact met de bestuurder. Tegenwoordig verdiepen ze zich in de verticale lijn (MT, medewerkers) en de horizontale lijn (maatschappelijke omgeving) om zo een totaalbeeld te krijgen en ook zelf informatie in te winnen. De RvT/RvC staat nog wel op afstand van de werkorganisatie en dit is een positie waar de medewerkers tegenop kijken. Ik hoor wel eens in een Raad dat men vindt dat “we ons niet té belangrijk moeten maken” en vooral onzichtbaar moeten zijn. Ik ben het daar niet mee eens: je hebt een heel belangrijke rol en daarbij hoort dat je zichtbaar en aanspreekbaar bent voor zowel medewerkers als klanten en belanghebbenden.
Wat ik jammer vind in de actualiteit is de nadruk die wordt gelegd op allerlei codes en afspraken, alles wordt in regels gevat. Wat mij betreft is het veel meer zaak om te werken aan de cultuur, houding en attitude. Daar zou het gesprek over moeten gaan. Regels kunnen richting geven, maar ook niet meer dan dat.

Heb je nog een laatste advies aan de PIT-partners?
Veel mensen voelen zich vereerd als ze geselecteerd of voorgedragen zijn voor een toezichthoudende functie. Het is natuurlijk ook ego-strelend. Maar aan dit vak zitten flink wat risico’s vast en hier moet je niet lichtzinnig mee omgaan. Mijn advies is om, voor je een toezichthoudende functie aanvaardt, je goed voor te bereiden en je af te vragen of jouw persoonlijke opvattingen passen bij die van de sector, instelling en Raad. Afgelopen jaar ben ik voorzitter geweest van de Raad van een fusiekoepel. Helaas is die fusie binnen een jaar afgeblazen. Ik verwijt mezelf dat ik me ondanks alle mooie verhalen toch niet diep genoeg ben gegaan in de selectieprocedure, waardoor dit voor mij als een verrassing is gekomen.
Het is eigenlijk not-done om je in een procedure nog terug te trekken als je bent voorgedragen. Maar ik vind dat je tijd moet nemen om je goed te oriënteren en je af te vragen of jij de juiste persoon bent voor de uitdaging die er ligt.

December 2014. Herman Weggen is de PIT-gever van Leny Braks

Leny Braks geeft het stokje door aan Hanneke de Zwart.

Facebooktwitterlinkedin