Facebooktwitterlinkedin

Als bestuurder lees ik in de media over bestuurlijke dwalingen en falend toezichthouderschap. Commissarissen en toezichthouders associeer ik met een gesloten mannenbolwerk, onbereikbaar, met wollig taalgebruik, weinig transparantie, vriendjespolitiek, de juiste netwerken, enige mate van belangenverstrengeling en vooral met mannen, grijze, wijze mannen. Toezichthouder wordt je niet zo maar, daar wordt je voor gevraagd, dat is exclusief voor topmanagers in het juiste circuit van vriendjes, in ondernemingen en organisaties. De gevolgen van vriendjespolitiek en het elkaar toebedelen van banen en commissariaten zijn bekend. Een toezichthouder die zichzelf verhuurt aan de organisatie. Bestuurders en toezichthouders die elkaar de hand boven het hoofd houden, met als inzet subsidies en gemeenschapsgeld. Diversiteit in de boardroom is noodzakelijk.

Mijn verbazing, onwetendheid en nieuwsgierigheid geven mij de inspiratie om toegang te vinden in de wereld van het toezichthouden. Toezichthouden op andermans besturen, zou dat iets voor mij, een vrouw uit een vreemde branche zijn?

Het is begin 2013. Op mijn LinkedIn tijdlijn lees ik een bericht van de groep Vrouwelijke commissarissen en toezichthouders. Ik begin deze groep te volgen, lees de discussies en mijn interesse groeit. Ik was toe aan een nieuwe uitdaging, een nieuw netwerk. Besturen doe ik al, maar wat is toezichthouden nu eigenlijk en wat komt er bij kijken? De workshop Meer kijk op toezicht van Karin Doms en Hanske Plenge loodste mij zo een nieuwe wereld in. Ik ontmoette interessante, enthousiaste vrouwen en mannen met veel werkervaring, motivatie en ambitie. Het Platform Innovatie in Toezicht – PIT – was net opgericht. Als PIT-partner en geïnspireerd door de founding mothers woonde ik alle bijeenkomsten bij, maar voelde me nog lang een buitenstaander. Zorg, welzijn, woningcorporatie en banken kampen met andere vraagstukken en hebben een ander vocabulaire dan mijn watersportgroothandel. Ik zuchtte wel eens, maar voelde wel dat ik langzaam dichterbij kwam. Ik werd actief op de social media en volgde relevante personen en bedrijven op Twitter en LinkedIn. Twee keer las ik het e-boek Hoe word ik een toezichthouder van Carolien Wijntjes. Het boek is helder en geeft goede adviezen. Toen ik de dilemma´s in het PIT boek De zwarte doos van de boardroom herkende, sloeg de vonk echt over. Twijfels over mijn juiste achtergrond en ervaring verdwijnen wanneer ik het artikel lees over Vreemdgaan in de Boardroom* en ik wil toezichthouder worden.

Patrick Murphy’s Belonging in Walker Art Gallery Liverpool UK, 2012
Patrick Murphy: Belonging

Ik besluit klein te beginnen, om zo de ervaring op te doen in het schrijven van een motivatie, het voeren van gesprekken en om naar feedback te vragen. Mijn interesse ligt in de culturele sector en begin september reageer ik op twee vacatures die mijn aandacht trekken. Vacatures in mijn omgeving, bij instellingen waar ik affiniteit mee heb. Een gemeentemuseum en de bibliotheek.

Het Stadhuismuseum wordt verzelfstandigd en vormt een voltallige nieuwe Raad van Toezicht. Vrouwen met een culturele achtergrond hebben de voorkeur. Binnen een week ontvang ik een reactie en word ik uitgenodigd. Bij de gemeentesecretaris, wethouder en kwartiermaker op gesprek. Mijn persoonlijke benadering van een bestuurscrisis bij een vrijwilligersorganisatie wordt uitgebreid besproken, meer nog dan mijn verleden qua opleiding en werkervaring. Wat houdt je nu bezig en waarom denk je dat je iets kunt toevoegen. Bestuurservaring, motivatie, enthousiasme en persoonlijke presentatie, en daarnaast mijn getoonde interesse en betrokkenheid in toezicht door mijn PIT-ervaring en kennis van actuele toezichtsituaties in de media, geven de discussie inhoud. Vraagtekens worden gezet bij passen in het profiel, het ontbreken van gewenste expertise en de uitdaging besturen versus toezichthouden. Ik word aangenomen. De Raad van Toezicht is inmiddels benoemd door de burgemeester, twee vrouwen en drie mannen uit verschillende sectoren.

Bij een regionale vooruitstrevende bibliotheek, waar ik als kind mijn boeken leende, vraagt men uitdrukkelijk naar een lid met expertise in het onderwijs. Het is een feit: ik pas (weer) niet in het profiel, maar omdat ik overtuigd ben van het levensbelang van de bibliotheek, ook gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, besluit ik toch te reageren. Ik word uitgenodigd en heb ook hier een goed gesprek. De commissie nodigt mij uit om zitting te nemen op een nieuwe, zesde stoel in de Raad.

Was het toezicht voor mij eerst ergens ver weg, uit het zicht, ik kreeg langzaam het inzicht, en nu mag ik binnenkort voor een eerste vergadering aanschuiven. Ik beken: ik, een vrouw zonder culturele expertise en geen praktijkervaring als toezichthouder, ga vreemd in de boardroom!

Mirjam KnollMirjam Knoll is managing director en export manager bij Dragon Marine BV en PIT partner en toezichthouder.
Na afgeronde studies bedrijfseconomie op de HES en EUR werkte Mirjam in loondienst in de verpakkingsindustrie en meet- en regeltoepassingen, als interimmanager bij een congresbureau en communicatie-advies bij de EU en gemeenten en uiteindelijk met een eigen onderneming in de zeil- en watersport. Als hands-on bestuurder en export manager bij een overwegend internationale groothandel praat zij dagelijks met personeel, klanten, leveranciers en banken over polyethyleen bootrompen, lijnen, 3mm wetsuits, sup-planken, mastlengtes, dacron zeilen, optuiginstructies, containers, webshops, evenementen, financiering en sponsoring.

*Branche-vreemdgaan in de boardroom:
“Inspiratie vraagt om diversiteit. Bijna 75 procent van de topbestuurders vindt dat hun Raad van Toezicht meer mensen mag bevatten die werkzaam zijn in een andere sector dan waar toezicht wordt gehouden. Onder de toezichthouders is dat zelfs 84 procent. Wij denken dat het zogenaamde ‘branche-vreemdgaan’ heel belangrijk is, zeker om de kans te vergroten dat toezichthouders hun rol van sparringpartner – en inspirator – van de bestuurder optimaal kunnen vervullen.” Aldus Headhunter The Executive Network. De rest van het artikel lees je hier.

Facebooktwitterlinkedin